ADHD : ADHD bij volwassenen
Bij 30 tot 40% van de kinderen verdwijnen de symptomen van ADHD in de puberteit en daarna blijven ze weg. 60 tot 70% van de patiënten houdt dus ADHD als ze volwassen zijn. Van de Nederlandse bevolking van 18 tot 44 jaar heeft 2,9 % ooit in het leven ADHD gehad. In België gaat men uit van 5 tot 8 % van de schoolgaande jeugd en 4,4 % van de volwassenen.
Wil je meer weten over ADHD bij volwassenen? Lees Volwassen ADHD, Hulpgids ADHD en Opgeruimd leven met ADHD.
Snelle zelftest voor volwassenen
Als je positief op deze test scoort, moet je je absoluut door een professional laten testen op ADHD. Als je uitslag negatief is, betekent dat nog niet dat je geen volwassen ADHD hebt.
De test bestaat uit zes vragen. Je moet op iedere vraag een van de volgende antwoorden geven: ‘N’ voor nooit, ‘Z’ voor zelden, ‘S’ voor soms, ‘V’ voor vaak en ‘H’ voor heel vaak.
1. Hoe vaak heb je moeite met de laatste loodjes van een project, als de uitdagende onderdelen ervan eenmaal achter de rug zijn?
2. Hoe vaak heb je moeite om alles op orde te krijgen als je een complexe opdracht moet uitvoeren?
3. Hoe vaak heb je moeite om afspraken of verplichtingen te onthouden?
4. Hoe vaak vermijd je een taak of stel je een taak uit, als die veel nadenken vereist?
5. Hoe vaak friemel je met je handen of wiebel je met je voeten als je langdurig moet stilzitten?
6. Hoe vaak voel je je overmatig actief en gedwongen om dingen te doen, alsof je door een motor wordt aangedreven?
Je moet jezelf als volgt punten toekennen:
Als je ‘S’, ‘V’ of ‘H’ hebt geantwoord op vragen 1, 2 of 3, geef jezelf dan een punt per antwoord. Als je ‘V’ of ‘H’ hebt geantwoord op vragen 4, 5 of 6, geef jezelf dan een punt per antwoord. Tel je punten bij elkaar op. Een score van 4 of hoger is een positieve score. Dat betekent dat het goed is om een arts te raadplegen en de volgende stap in het diagnostische proces te nemen. Dit is geen diagnostisch onderzoek. Het is alleen maar een goed en snel selectiehulpmiddel.
Mensen met ADHD zijn doorgaans lastig en grillig, zelfs na diagnose en behandeling. Ieder stel moet zijn eigen manier ontdekken om met de moeilijke momenten en moeilijke dagen om te gaan. Hier zijn een paar tips voor die momenten:
- Geef elkaar de ruimte. Loop weg. Niet door de kamer uit te stormen en de deur achter je dicht te slaan. Zeg gewoon zoiets als: ‘Volgens mij hebben we allebei de tijd en ruimte nodig om af te koelen. Ik kom zo wel terug.’ En ga dan weg. Ga naar boven of ga een eind wandelen of een stukje fietsen.
- Zoek naar de humor, als je dat kunt. Humor is een geweldige woedeoplosser.
- Vergeet de ADHD niet. In het heetst van het woordenstrijd vergeet je dat snel. Hoewel ADHD geen excuus is, is het een verklaring die de weg opent naar begrip in plaats van verwijten.
- Vermijd de verslaving van de sadomasochistische ruzie. Paren kunnen er zo aan gewend zijn om ruzie te maken dat ze er onbewust een vreemd plezier aan beginnen te beleven en manieren verzinnen om ermee door te gaan.
- Vermijd de valkuil van het ouder-kindmodel. Vaak neemt de partner zonder ADHD de ouderrol op zich en de partner met ADHD die van het kind.
- Zoek liever nu dan later hulp. Je wilt niet dat je relatietherapeut de rol krijgt van de laatste halte op weg naar de echtscheiding.