ADHD : Medicatie
Verschillende soorten medicijnen
Naast andere behandelingen, zijn medicijnen een mogelijkheid; die verschaffen de patiënt in feite de middelen om bijvoorbeeld gedragstherapie met succes te volgen. Medicatie voor ADHD werkt meestal door het stimuleren van de functie van de frontale kwabben in de hersenen. De frontale kwabben functioneren voornamelijk door middel van inhibitie. Om maar even een vergelijking te maken: stimulantia maken je dus ‘langzamer’ door je fiets met goed werkende remmen uit te rusten. Belangrijk: ze werken niet door met de versnellingen te knoeien. ADHD-patiënten die medicijnen nemen, lopen minder vaak tegen problemen op, omdat ze nu een superfiets zijn die in staat is om goed te remmen, en niet omdat ze te moe zijn om nog verder te gaan. Net als koffie stellen stimulerende medicijnen de patiënt in staat om afleiding, impulsiviteit, te sterke reacties en frustraties af te remmen.
Stimulerende middelen
Stimulerende medicijnen vormen de pijler van de medicatie voor ADHD. Geen enkele andere geneesmiddelenklasse werkt net zo goed of is net zo veilig. Hoewel ze meestal goed verdragen worden, zijn de meest voorkomende bijwerkingen slapeloosheid, vermindering van eetlust, en prikkelbaarheid als gevolg van het rebound-effect. Verergering van gedragsveranderingen, tics, hoofdpijn, maagpijn, een mogelijk klein risico op een hartstilstand en andere minder vaak voorkomende bijwerkingen kunnen ook optreden. De belangrijkste stimulantia zijn:
- methylfenidaat (Ritalin, Concerta en Medikinet)
Niet-stimulerende middelen
Niet-stimulerende geneesmiddelen die voor ADHD gebruikt worden, zijn:
- atomoxetine (Strattera)
- nieuwere, norepinefrine-heropnameremmer die eenmaal daags genomen moet worden
- kan vooral van nut zijn voor patiënten met tics, angststoornissen of slapeloosheid
- mogelijk zeldzaam effect op de lever, het hart, wanen of gedachten aan zelfverwonding
- bupropion (Wellbutrin)
- modern antidepressivum met dopamine en noradrenergische effecten
- kan hyperactiviteit en agressie verminderen en het leervermogen verbeteren
- kan toevallen, tics, wanen of gedachten aan zelfverwonding verergeren
- imipramine (Tofranil)
- er bestaan zorgen over de veiligheid hiervan in verband met hartproblemen
- overweeg deze als stimulantia niet werken of bij patiënten met gelijktijdig voorkomende tics
- helpt niet tegen een gelijktijdig voorkomende depressie bij kinderen in klinische onderzoeken, en leidt mogelijk tot gedachten aan zelfverwonding
- clonidine (Dixarit en Catapresan) of guanfacine (Estulic)
- centraal werkende alfa-adrenergische agonisten
- helpt tegen impulsiviteit/agressie en tics, maar minder goed bij onoplettendheid
- er bestaat een controverse over de veiligheid als dit samen met stimulantia gebruikt wordt; kan sedatief werken; soms ’s avonds gebruikt tegen slapeloosheid
- amantadine
- kent vrijwel geen bijwerkingen
Alle ADHD-medicijnen kunnen een heel scala aan bijverschijnselen veroorzaken, de meest voorkomende is verminderde eetlust. Minder vaak voorkomende bijwerkingen zijn:
- hoofdpijn
- verhoogde bloeddruk
- versnelde hartslag
- misselijkheid
- overgeven
- slapeloosheid
- tics of krampachtige bewegingen
- schrikachtigheid of angstgevoelens
- agitatie of zelfs manie
- depersonalisatie of paranoia
Al deze bijverschijnselen kunnen worden weggenomen door de dosering te verlagen, over te stappen op andere medicijnen of helemaal met medicijnen te stoppen.
- Stimulantia beginnen na ongeveer twintig minuten te werken en zijn vier tot twaalf uur werkzaam, afhankelijk van het geneesmiddel.
- Je kunt naar eigen wens met stimulantia stoppen en beginnen. In tegenstelling tot antibiotica en antidepressiva hoef je geen constante hoeveelheid in je bloed te hebben om er baat bij te hebben. Uiteraard zal, als je met de stimulantia stopt, het medicijn geen effect hebben totdat je er opnieuw mee begint.
- Als je met stimulantia begint en merkt dat er verbetering optreedt, wil dat niet zeggen dat je je hele leven stimulantia moet slikken. Soms kun je nieuwe gewoonten aanleren in de periode dat je stimulantia inneemt die je kunt volhouden als je ze niet meer gebruikt, wat je in staat stelt om met stimulantia te stoppen.
- Voor zover bekend, zijn er geen risico’s verbonden aan het langdurig gebruik van stimulantia. Als er bijwerkingen optreden, gebeurt dat meestal direct. Het zou kunnen dat er op lange termijn bijwerkingen ontstaan, maar tot nu toe is dat niet voorgekomen.
- Mits juist ingenomen zijn stimulantia niet verslavend. Wanneer je ze vermaalt en opsnuift of injecteert, wat sommige mensen doen, zijn ze wel gevaarlijk.
- Stimulantia zijn geen opstapje tot het gebruik van verboden middelen. Integendeel: onderzoek wijst uit dat het gebruik van stimulantia de kans juist verkleint dat je jezelf gaat ‘behandelen’ met andere middelen.
- Bij 80 à 90% van de ADHD’ers zullen stimulantia of niet-stimulantia effectief zijn (d.w.z. het concentratievermogen verbeteren zonder bijwerkingen die nopen tot stoppen). Dat betekent dat bij 10 tot 20% medicatie niet werkt.