ADHD : Symptomen
Hieronder vind je de ADHD-symptomen volgens het handboek van de psychiater, de DSM. Realiseer je wel dat de DSM-lijst alleen de schaduwzijde van ADHD beschrijft. En naarmate je de schaduwzijde meer benadrukt, roep je bijkomende problemen op zoals schaamte, angst en uitzichtloosheid. Bovendien is de DSM een goede selectiemethode voor kinderen, maar voor volwassenen is hij minder doeltreffend. Onder ADHD bij volwassenen vind je een snelle zelftest en een vragenlijst om als volwassene te kijken of je wellicht ADHD hebt.
ADHD-symptomen volgens de DSM, het handboek van de psychiater
Voor de diagnose ADHD moet je ten minste zes maanden in een mate die niet passend is en niet overeenstemt met het ontwikkelingsniveau, zes van de negen symptomen van een of van beide groepen hebben.
a. Slaagt er veelal niet in om zich voldoende te concentreren op details of maakt slordige fouten in schoolwerk, werk of andere activiteiten.
b. Heeft vaak moeite om de aandacht vast te houden bij werk of speelactiviteiten.
c. Lijkt vaak niet te luisteren wanneer hij of zij rechtstreeks wordt aangesproken.
d. Volgt aanwijzingen veelal niet op en slaagt er vaak niet in om schoolwerk, klusjes of taken op het werk af te maken (niet veroorzaakt door oppositioneel gedrag of het niet begrijpen van de opdrachten).
e. Heeft vaak moeite met het organiseren van werkzaamheden en activiteiten.
f. Vermijdt, heeft een hekel aan, of is niet bereid om werkzaamheden te verrichten die langdurige geestelijke inspanning vergen.
g. Verliest vaak dingen die nodig zijn bij opdrachten of activiteiten.
h. Is vaak snel afgeleid door externe prikkels.
i. Is dikwijls vergeetachtig bij dagelijkse bezigheden.
a. Beweegt vaak rusteloos met handen of voeten, of schuift heen en weer op zijn stoel.
b. Staat in de klas, of in andere situaties waarin hij geacht wordt te blijven zitten, vaak op en verlaat zijn plaats.
c. Rent vaak rond of klimt buitensporig veel op dingen wanneer dit niet passend is (bij adolescenten of volwassenen kan dit beperkt blijven tot subjectieve gevoelens van rusteloosheid).
d. Heeft vaak moeite om rustig te spelen of met hobby’s bezig te zijn.
e. Is vaak ‘op topsnelheid’ of gedraagt zich alsof hij ‘door een motor wordt aangedreven’.
g. Flapt vaak het antwoord er al uit voordat de vraag helemaal gesteld is.
h. Heeft veelal moeite met op zijn beurt wachten.
i. Valt anderen vaak in de rede of dringt zich aan hen op.