Autistisch spectrum : Tests
AQ-test
De AQ-test, waarmee het autismespectrumquotiënt wordt vastgesteld, is een screeningsinstrument dat kan worden gebruikt voor kinderen vanaf vier jaar, maar ook voor volwassenen. De test meet hoeveel autistische trekken iemand heeft en is niet alleen door professionals te gebruiken, maar door iedereen. Voor ouders, leerkrachten en anderen die zich afvragen of een kind of volwassene misschien een conditie binnen het autismespectrum heeft, is de AQ-test een snelle, handige manier om erachter te komen of er reden is voor een volledig diagnostisch onderzoek. De AQ-test is te downloaden vanaf AQ Test (Volwassenen) of AQ Test (kinderen)
EQ-test
Bij autisme speelt een gebrek aan empathie een rol. In het boek Nul empathie van Simon Baron-Cohen staat een vragenlijst waarmee je zelf je empathiequotiënt kunt berekenen. Deze EQ-vragenlijst is gratis te downloaden. In deze download vind je ook een aparte versie van deze vragenlijst voor kinderen. De vragen van deze schaal zijn zo geformuleerd dat ze betrekking hebben op de twee voornaamste componenten van empathie (herkenning en respons). De schaal onderscheidt mensen die moeite hebben met empathie, van mensen die er geen moeite mee hebben.
Sally-Ann test
Kinderen van vier jaar zijn doorgaans in staat het juiste antwoord te geven op de Sally-Ann test. Hierbij krijgt het kind dat wordt getest een kort verhaaltje te horen over twee poppen die Sally en Anne heten. In het verhaaltje stopt Sally een knikker in haar mandje. Wanneer Sally even de kamer uit loopt, haalt Anne de knikker stiekem uit het mandje en stopt hem in haar doos. Na dit verhaaltje wordt aan het kind de vraag gesteld: ‘Waar gaat Sally haar knikker zoeken? Kinderen van vier zeggen gewoonlijk dat Sally gaat kijken op de plek waar ze de knikker heeft achtergelaten, namelijk in haar mandje, omdat Sally denkt dat de knikker daar is, ook al is dat niet het geval. Maar de meeste kinderen met autisme en het Asperger-syndroom zullen zeggen dat Sally gaat kijken op de plek waar de knikker daadwerkelijk ligt, dus in de doos, ook al kan ze op geen enkele manier weten dat de knikker van plek is verwisseld. Hiermee laten ze merken dat ze niet in staat zijn zich te verplaatsen in iemand anders.