Angst : Soorten angststoornissen
Angststoornissen worden ingedeeld in zes categorieën, die elk een eigen groep symptomen hebben. Mensen met een van deze stoornissen, hebben er vaak meer dan een. De zes categorieën angststoornissen zijn:
4 Gegeneraliseerde angststoornis (GAS)
6 Posttraumatische stressstoornis (PTSS)
1. Specifieke fobie. Dit is angst voor een bepaald voorwerp of een bepaalde situatie, zoals vliegtuigen, liften, diep water, bepaalde dieren, enzovoort. Je onderliggende overtuiging is dat het voorwerp of de situatie zelf echt gevaarlijk is: het vliegtuig kan neerstorten, de hond kan bijten. Ongeveer tien procent van de Nederlanders (zeven procent van de Belgen) heeft ooit een specifieke fobie, hoewel een veel groter percentage enigszins bang is voor een of meer van dit soort voorwerpen of situaties (de zogenaamde ‘stimuli’).
2. Paniekstoornis. Dit is angst voor je eigen lichamelijke en psychische reacties op beangstigende situaties – in feite dus angst voor een paniekaanval. Iedere afwijking, zoals een veranderde ademhaling of hartslag, duizeligheid, transpireren of trillen, wordt beschouwd als een teken dat je op het punt staat in te storten, gek te worden of dood te gaan. Het als gevolg hiervan vermijden van situaties die dergelijke reacties kunnen uitlokken, wordt agorafobie genoemd en beperkt mensen vaak enorm in hun bewegingsvrijheid. Bijna vier procent van ons heeft deze stoornis ooit in zijn leven, die vaak gepaard gaat met depressie.
3. Dwangstoornis. Bij deze aandoening, die ook wel obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) wordt genoemd, raak je van streek van gedachten of beelden die steeds terugkeren (dwanggedachten of obsessies). Je bent bijvoorbeeld bang dat je besmet raakt, de controle verliest, fouten maakt of je ongepast zult gedragen. Je voelt een overweldigende drang om bepaalde dingen te doen (dwanghandelingen of compulsies) die deze gedachten neutraliseren, zoals wassen, allerlei rituelen, steeds opnieuw controleren, enzovoort. Deze stoornis leidt vaak tot depressie en treft tussen de een en de twee procent van de bevolking ooit in zijn leven.
4. Gegeneraliseerde angststoornis (GAS). Dit is kort gezegd de neiging je voortdurend over van alles en nog wat zorgen te maken. In gedachten stel je je voor wat er allemaal mis kan gaan en bedenk je allerlei manieren om dat te voorkomen. Deze stoornis gaat vaak gepaard met lichamelijke stressverschijnselen als slapeloosheid, overmatige spierspanning, maag-darmproblemen, enzovoort. Zo’n 2,5 procent van ons heeft deze stoornis ooit in zijn leven.
5. Sociale fobie. Deze aandoening wordt ook wel sociale angststoornis genoemd en betreft de angst om kritisch te worden beoordeeld door anderen, vooral in sociale situaties. Voorbeelden hiervan zijn spreken in het openbaar, naar een feestje gaan, een vergadering bijwonen, in een restaurant eten, een openbaar toilet gebruiken of nieuwe mensen ontmoeten. De angst uit zich onder andere in extreme gespannenheid of ‘verstijven’, obsessief piekeren over sociale interacties en de neiging zich af te sluiten voor anderen en te vereenzamen. Deze stoornis gaat vaak gepaard met een alcohol- of drugsverslaving. Zo’n negen procent van de Nederlanders en twee procent van de Belgen heeft dit in een of andere vorm ooit in zijn leven.
6. Posttraumatische stressstoornis (PTSS). Hierbij is sprake van buitensporige angst veroorzaakt door eerdere blootstelling aan een dreiging of verwonding. Voorbeelden van traumatische ervaringen zijn verkrachting, fysiek geweld, ernstige ongelukken en oorlogservaringen. Vaak is er sprake van herbeleving van de traumatische ervaring in de vorm van nachtmerries of flashbacks en vermijding van situaties die verontrustende herinneringen oproepen. Mensen met PTSS hebben vaak last van verhoogde prikkelbaarheid, sterke schrikreacties en overmatige waakzaamheid. Alcohol- en drugsmisbruik komen hierbij vaak voor, net als depressies en gevoelens van wanhoop. Hoeveel mensen in de algemene bevolking aan deze stoornis lijden, is niet precies bekend.