Opvoeding : Puberteit en adolescentie
Machtsconflicten in de puberteit
De adolescentie is de periode tussen de late kindertijd en de jongvolwassenheid waarin een kind zich ontwikkelt tot volwassene. Iedere generatie ouders vraagt zich bezorgd af waar het naartoe moet met ‘de jeugd van tegenwoordig’. Vandaag de dag spelen de media een grote rol in die bezorgdheid, met al het geweld dat ze ons voorschotelen, de risico’s van internet en de druk om merkspullen te kopen. Twintig jaar geleden waren onveilige seks en drugs de grootste zorgen. De meeste ouders zien hun eigen jeugd door een roze bril, en verlangen terug naar de tijd waarin alles voor hun gevoel veiliger of beter was. In werkelijkheid krijgt iedere generatie te maken met dezelfde thema’s: geld, seksuele veiligheid, riskant gedrag, gebroken harten, nare geheimen, drugs, geweld en uitbuiting.
Adolescentie is de periode tussen de late kindertijd en de jongvolwassenheid waarin een kind zich ontwikkelt tot volwassene. De puberteit is de periode waarin je hormonen ervoor zorgen dat je je ontwikkelt van kind tot volwassene. Je kunt je als jongere dan overal onzeker over voelen, bijvoorbeeld over je uiterlijk, je gewicht en wat anderen van je denken. De puberteit is dus de periode waarin kinderen geslachtsrijp worden, vanaf ongeveer 10 tot 16 jaar.
‘Adolescentie’ is een concept dat eigenlijk pas een jaar of zeventig bestaat. Voor die tijd werd je totdat je 13 of 14 was, beschouwd als kind en daarna, wanneer je ging werken of bij iemand in de leer ging, was je plotseling een jongvolwassene. De merkwaardige tussenfase van puberteit en adolescentie – vanaf het moment dat kinderen geslachtsrijp worden totdat ze in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien – bestaat dus eigenlijk pas vrij kort.
Machtsconflicten in de puberteit
Ouders en adolescenten hebben allebei macht, maar wel op verschillende manieren. Onze cultuur is een jeugdcultuur, waarin we veel waarde en macht toekennen aan de jeugd, aan alles wat nieuw is, aan frisse benaderingen, terwijl er weinig waardering is voor ouderdom en traditionelere manieren van doen. Desalniettemin hebben ouders veel macht op het gebied van kennis, geld en ouderlijk gezag.
Om volwassen te worden, moeten adolescenten macht van hun ouders overnemen. Ze moeten laten blijken dat ze dat verdienen en ouders moeten die macht geleidelijk uit handen geven. Dat valt niet altijd mee, ouders lopen soms aan tegen afgunst ten opzichte van de jongere generatie, angst voor het ouder worden, en frustratie omdat ze er minder goed uitzien en minder kansen hebben.
De adolescentie is vaak een periode van getouwtrek om de macht. Het is de kunst om die macht als ouder aan volwassenen in wording over te dragen in een tempo waarbij ze zich geborgen, gerespecteerd en erkend voelen. Als die macht te vroeg of niet zorgvuldig genoeg uit handen wordt gegeven, voelen jongeren zich verloren en onzeker. Maar als die macht te lang wordt vastgehouden, en jongeren niet de kans krijgen zich te ontwikkelen tot goede, sterke, onafhankelijke volwassenen, voelen ze zich afgeremd en boos, en komen ze in opstand.
De adolescentie is de periode om een eigen identiteit te ontwikkelen. Het is een tijd waarin kinderen uitzoeken wie ze niet zijn, en wie ze wel zijn.
De meest voor de hand liggende plek om met dit uitzoeken te beginnen, is bij je ouders. Dat zijn twee mensen uit een andere tijd en in een andere levensfase. Als tiener van nu zul je het verleden achter je moeten laten. Je komt niet uit die tijd en moet het stellen met het heden. Jij hebt je ouders niet als tiener gekend, maar alleen zoals ze nu zijn. En jij zit in een heel andere fase.
Wanneer je er eenmaal achter bent wie je niet bent, moet je zien uit te vinden wie je wel bent. Die zoektocht naar de eigen identiteit kan lopen via muziek, kleding, vrienden, school, baantjes, hobby’s en andere bezigheden, sport, cultuur, normen en waarden, geloof, overtuigingen op ander vlak, vaardigheden, auto’s, haarstijl en alles waar je belangstelling verder maar naar uitgaat.
Het belangrijkste is dat jongeren in deze periode vrienden en vriendinnen om zich heen verzamelen. Als je je op onbekend terrein begeeft, voel je je met vrienden om je heen een stuk veiliger. Vrienden zijn vaak een van de startpunten voor de zoektocht naar de eigen identiteit en voortdurend bij hen te rade gaan biedt houvast bij het onderzoeken van wat wel en niet bij je past. Ze hebben meestal ongeveer dezelfde leeftijd, hetzelfde opleidingsniveau, en dezelfde etnische en sociale achtergrond. Je voelt je aangetrokken tot mensen die op je lijken. Soms zijn je vrienden de enigen in je omgeving die je aanwezigheid op prijs stellen. Tieners kiezen soms zelfs voor bepaalde vrienden om zich af te zetten tegen of wraak te nemen op hun ouders.
Deze informatie is afkomstig uit het boek Pubervulkanen van Warwick Pudney en Éliane Whitehouse.